Adacard

Regels

Iedereen kiest een willekeurige kaart uit de stapel. Diegene met de kaart met het hoogste nummer

begint. Daarna wordt er met de klok mee gespeeld. De stapel wordt dooreen geschud en in twee verdeeld.

De eerste helft wordt op de tafel gelegd met de

bovenkant naar boven. Dat is de gemeenschappelijke stapel. De andere helft wordt gelijk verdeeld onder alle spelers. Overtollige kaarten worden op de

gemeenschappelijke stapel gelegd. Elke speler legt zijn stapel voor zich, met de bovenkant van de kaart naar boven, zonder de kaarten te bekijken.

De eerste speler neemt dan de eerste kaart van zijn stapel en brengt die in het spel. Hij moet heel beknopt een verhaal vertellen op basis van de

getoonde afbeelding. Opgelet! Het is de bedoeling een verhaaltje uit te vinden en niet de afbeelding te beschrijven! Daarna is het aan de tweede speler. Hij neemt een kaart uit zijn stapel. Als zijn hoofdkleur overeenstemt met de hoofdkleur of met de twee geassocieerde kleuren (de twee rondjes, zie pagina 2) van de vorige kaart, dan mag hij zijn kaart in het spel brengen. Anders moet hij de bovenste kaart van de gemeenschappelijke stapel nemen

 

Dan zijn er twee mogelijkheden:

- Ofwel komt de hoofdkleur van de kaart overeen. Hij legt zijn nieuwe kaart dan op de vorige kaart en mag het verhaaltje verder vertellen, waarbij hij zich inspireert op de afbeelding van zijn eigen kaart. Hij houdt zijn eerste kaart dan in de hand.

 

- Ofwel stemt de hoofdkleur van de getrokken kaart niet overeen met de kleur van de kaart op tafel, noch met de geassocieerde kleuren. Hij houdt zijn twee kaarten dan in de hand en slaat zijn beurt over.

Daarna is het aan de volgende speler, enzovoort.

De kart

(a) Nummer van de kaart

(b) Afbeelding

(c) Hoofdkleur van de kaart

(d) Geassocieerde kleuren

Elke beurt verloopt dus als volgt:

 

De speler neemt de eerste kaart van zijn stapel (bij elke beurt, ongeacht het aantal kaarten dat hij in de hand heeft).

Als de hoofdkleur overeenstemt, brengt hij zijn kaart in het spel.

Als de hoofdkleur niet overeenstemt, neemt hij een kaart van de gemeenschappelijke stapel. Neemt hij een kleur die overeenstemt? Dan brengt hij zijn kaart in het spel.

 

Anders slaat hij zijn beurt over.

De winnaar is diegene die als eerste zijn volledige stapel kwijt is, ook al bevat de gemeenschappelijke stapel nog veel kaarten.

Maar om de echte winnaar te zijn, moet hij een slot bedenken voor het verhaaltje en zijn zin beginnen met “En zo…”. Als er nog concurrenten zijn die het spel willen voort spelen, dan moeten ze een nieuwe wending zoeken. Dat doet niets af aan de klinkende overwinning van de tegenstander, maar als u een te gekke afbeelding hebt, zou het jammer zijn om daar niets mee te doen…

 

Het gebeurt dat een speler verplicht is om een kaart van de gemeenschappelijke stapel te nemen. Hierna de verschillende gevallen:

Hij is er niet in geslaagd om een kaart van de juiste kleur op tafel te leggen;

Hij is er niet in geslaagd om het verhaal voort te zetten met zijn kaart;

Een speler heeft deelgenomen aan het verhaal van een andere speler terwijl hij niet aan de beurt was en/of terwijl de kaart op tafel niet de zijne was;

Een speler kon het niet laten om het verhaaltje samen te vatten om een andere speler te helpen.

De personages herkennen

lieveheersbeestjelarve

De rug is blauw? Dat is een larve van een lieveheersbeestje.

 

lieveheersbeestje

De rug en het “haar” zijn rood? Dat is een lieveheersbeestje.

bladluis

Een groene bol met ogen?

Dat is een bladluis, het favoriete eten van lieveheersbeestjes.

Miek

Blauw of zeer donker kastanjebruin?

Ongetwijfeld een mier.

Bij

Ongetwijfeld een mier.

Geel met bruine strepen?

Een bij.

Wesp

Geel met zwarte strepen?

Een wesp

Enkele tips om goed te spelen:

  • Vergeet niet dat het niet volstaat om de kaarten te beschrijven, maar dat het de bedoeling is om met elke kaart een verhaaltje verder te vertellen. U kunt zich dus vrij inspireren op uw afbeelding.
  • Aarzel niet om terug te komen op wat al meerdere kaarten eerder werd gezegd. Als u de draad van het verhaal niet verliest, kan dit u helpen om het verhaal een nieuwe wending te geven.
  • Uw kaarten vormen de basis om uw verbeelding de vrije loop te laten. Dwing uzelf niet om de kaarten in de strikte betekenis te gebruiken. Als uw verhaal grappig is en de verbeelding van uw tegenstanders niet de kop indrukt, dan zullen ze u uw interpretatievrijheid niet kwalijk nemen…
  • Aarzel niet om groepjes te vormen als er veel spelers zijn. Er zitten meer ideeën in meerdere hoofdjes dan in één…

De kleuren van de kaarten, hoe functionneert het spel?

U kunt met het verhaal doorgaan enkel indien een van uw kaarten een van de geassocieerde kleuren bevat met de kaart die op de tafel ligt. Hoe en waarom worden die kleuren gedefinieerd?

 

Een kleine tekening is beter dan een uitgebreide spraak, hieronder de eenvoudige uitleg…

 Rouge + Bleu = Mauve

Rood (of in dit geval magenta)

+

Blauw

=

Paars

 Jaune + Bleu = Vert

Geel

+

Blauw

=

Groen

Rouge + Jaune = Orange

Rood (of in dit geval magenta)

+

Geel

=

Oranje

Het hangt natuurlijk af van de concentratie van de kleuren… Hoe meer er magenta is en hoe meer uw oranje rood wordt !

 

Wanneer u een blauwe kaart hebt, kunt u een paarse of een groene kaart plaatsen.

Omdat er in het paars en groen blauw zit … En het is hetzelfde voor de andere kleuren.

©Eric Detaille 2019 • All rights reserved

Adacard
Miek
Bij
Wesp
Rouge + Jaune = Orange
 Jaune + Bleu = Vert
 Rouge + Bleu = Mauve
Adacard
De kart
lieveheersbeestjelarve
bladluis
lieveheersbeestje
Miek
Bij
Wesp
 Rouge + Bleu = Mauve
 Jaune + Bleu = Vert
Rouge + Jaune = Orange